Stellen gaan niet altijd in relatietherapie omdat er op het gebied van de liefde iets mis is. Soms gaat het juist mis op het vlak van ouderschap. Je zou kunnen zeggen dat ouders altijd twee rollen hebben: die van partner naar elkaar, maar ook die van ouder richting de kinderen. De liefde is de brandstof voor de relatie, maar in het ouderschap draait het om teamwork. En het is geen garantie dat, wanneer de liefde nog altijd sprankelt, dat je automatisch ook een goed team bent als opvoeders.
Een belangrijk struikelblok voor ouders is vaak de strijd om het gelijk. Vaak is er een onevenwichtigheid in geslopen. Een van de partners heeft bijvoorbeeld sterke ideeën over hoe het zou moeten, wat goed is voor kinderen, en stelt zich superieur op. Meestal is dit ook degene die wat strenger is. De ander heeft misschien wat andere ideeën, is wat soepeler, maar kan soms ook gewoon niet zo sterk verwoorden wat hij/zij vind, of is geneigd om de visie van de ander hoger aan te slaan dan die van zichzelf. De dynamiek waar ouders dan in terecht kunnen komen is de volgende: één ouder bepaald feitelijk wat er moet gebeuren, de ander voelt zich niet bij machte om er iets tegen in te brengen en beweegt mee, maar niet van harte. Het lukt niet om allebei dezelfde lijn vast te houden, en de eerste ouder wordt dan kritisch en veroordelend, zowel naar de andere partner als naar de kinderen. De eerste ouder voelt zich niet gesteund, de tweede ouder voelt zich niet serieus genomen. Dit kan behoorlijk scheef groeien als ouder twee niet de confrontatie hierover aangaat of durft te gaan. Deze gaat zich dan schikken, of komt in passief verzet terecht, en gaat compenseren, wat de escalatie vergroot. Kinderen maken dankbaar gebruik van de ruimte om uit te spelen, en zo wordt de boel nog meer op scherp gezet. De ene ouder wordt nog kritischer, strikter en strenger, de andere ouder van de weeromstuit nog soepeler, toegeeflijker, zachter.
In plaats van elkaar verwijten te maken (jij doet het niet goed, jij neemt mij niet serieus) zou het goed zijn om terug te gaan naar de `tekentafel’. Tegen de eerste ouder zou ik zeggen: wat geeft jou het recht om te denken dat je het beter weet dan de ander? Tegen de tweede ouder zou ik zeggen: wie zegt er dat jouw visie en aanpak minder goed zijn, misschien werkt het juist soms wel beter?
Als je dit wil oplossen is er een belangrijke vraag die ieder van de ouders zichzelf eerst zou moeten stellen: klopt mijn waarheid wel altijd? Wanneer je overtuigd blijft van je eigen gelijk (of juist overtuigd dat jij nooit gelijk kunt hebben), dan komt er nooit een goed gesprek op gang en zul je ook nooit een effectief team kunnen vormen. Voor teamwork is consensus nodig, wederzijdse waardering en samenwerking op een manier waarbij ieders krachten zo goed mogelijk worden benut. Mbt het ouderschap betekent dat bijvoorbeeld dat de één heel goed is in het stellen van grenzen en de ander juist in het maken van verbinding. Ga je dan van de ander verwachten dat die het precies zo gaat doen als jij, precies zo wordt als jij, dan ga je elkaar tegenwerken en ondermijnen. Wanneer je je bewust wordt van elkaars individuele krachten en in staat bent die gezamenlijk constructief in te zetten, dan komt er een samenwerking op gang die zo krachtig is, dat er rust en duidelijkheid komt en je kinderen er wel bij zullen varen. Soms vraagt dat een stevige investering, veel gesprek en oefening. Maar het begint erbij dat je stopt met elkaar veroordelen en oog gaat krijgen voor elkaars krachten. Neem van mij aan, er is niet één goede opvoedmethode, dus ook die van jou of die van je partner is dat niet. Laat je vooringenomen waarheid los en ga met elkaar in gesprek om te ontdekken hoe je elkaar vanuit ieders eigen kracht kunt aanvullen.
Ik help jullie daar graag bij, als het nodig is.