Longlasting relationships – the art of living with imperfection

We live in a highly romantic era. And that puts enormous pressure on our lovelives. The expectations society puts on a romantic relationship are unrealistic and even harmful. Most of nowadays romantic relationships don’t even last beyond the point they start to flourish. Let alone when things get really tough. What is the key to a longlasting and (relatively) happy relationship? I think it is accepting to live with imperfection…

There is something seriously wrong with the way we are taught to look at ourselves and at our relationships, if you’d ask me. Let’s start with the way we view ourselves. All humans are fallible, and most of us are pretty strange to a certain extent. But when i look at my instagram-timeline i get the impression that everyone else is perfect (or at least near perfect); they have a much more interesting life than i have, at least it seems so. On the other hand, i too are doing my best to project the best image of myself to the world. But apart from that, we usually do actually have a way too optimistic impression of our own capacities in general. We are taught to be selfconfident, trust in our own abilities, and not lean too much on others. A lot of us would even prevent at all costs to put ourselves in a vulnerable positition towards another person. Most of us did in essence develop a relatively safe attachment style, but some 30 to 40% of us did develop an unsafe atachment style (anxious or avoidant), and that even makes things worse. Instead of asking for our partner to be a safe haven for us, to grant us love, acceptance, attention and appreciation, we either get demanding and judgemental or we pull back into isolation. These opposite styles attract each other like magnets, that’s why the majority of couples i work with are on these two poles, and that can be a good recipe for a toxic relational pattern, where eventually both partners end up feeling deeply alone and disappointed.

Apart from this being a good reason to get into therapy, i think that there is more at hand. Wouldn’t we be much more happy in general, if we didn’t have these unearthly high expectations of ourselves, our partners and our relationships? Since we are all human, we are all fallible, imperfect and incomplete. We are relational beings, so we are always in need of someone else to complement us, what is wrong with that? At the same time, being human also means being a bit strange, we can never fully understand another human being, let alone satisfy/complement this other human being to the full extent. So why do we still expect this?

The famous psychologist Melanie Klein explained how we grow up from early childhood with two seperate images of our parents, the good parent (when the parent feeds us, nurtures us, satisfies us) and the bad parent (when the parent is dimissive, irritated, inadequate in caring, fallible). Up till the age of 4 these two images of `the other’ remain seperate within us, and according to that, we are still unable to join the good and the bad in the way we view ourselves and others. When we grow up we learn the art of being ambivalent, which means that we can love and hate the same person at te same time, and by this we also learn to integrate the good and the bad in our own personality, we learn to live with ourselves as persons who are both loveable and fallible. This is what we call emotional maturity.

To become relational-mature we also need to integrate the good and the bad in our relationships. If we learn to be ambivalent towards love, we are able to succeed, and have a healthy longlasting relationship. That does not mean we will always be happy. It does not mean that it will always be exciting. It even does not mean that it will always be fulfilling. It will mean that sometimes you can have feelings like disgust, anger, alienation, within your relationship. It is a misunderstanding to expect our partner to always be understanding, accepting, forgiving and patient with us. If we can realise that we are both imperfect and at the same time trust each other to have good intentions, we are open te learn from each other. When my partner is angry with me, she strikes a nerve with me, can i believe that she means well (although it hurts) and that her being different from me is an opportunity to learn, to grow? What if i would give up on pretending to be perfect and/or expecting her to be perfect? What is we could both accept that love is fallible and that it can still be love? I believe that if we learn to live with imperfection we will be more relational-mature and we will be happy. Not in the shallow way of feeling light, excited and satisfied all the time, but in the sense of being deeply rooted in this imperfect and still increasingly meaningful relationship.

Vreemdgegaan, wat nu?

Voor de meeste mensen is het binnen een liefdesrelatie een doodzonde om vreemd te gaan. Niet alleen vanwege de daad zelf, maar het bedrog, het liegen, het (soms) jarenlang verzwijgen, dat steekt nog het meest. Als de affaire op een dag dan ontdekt wordt staat alles ineens op losse schroeven. Schaamte, pijn, angst, woede, grote emoties vechten om voorrang, zowel bij degene die is vreemdgegaan als bij de bedrogene. Niet zelden betekent dat het einde van de relatie. Is er überhaupt herstel mogelijk?

Jazeker, mits je echt eerlijk durft te zijn met elkaar. Dat geldt voor diegene die de scheve schaats reed, maar net zo goed voor diegene die bedrogen is. Ik zie vaak dat degene die vreemd is gegaan, eens ontdekt, zo snel mogelijk wil herstellen, het geschaadde vertrouwen wil herstellen. Degene die bedrogen is daarentegen, ontsteekt vaak in woede, wordt een soort private-detective, die alles wil weten, en wordt ondertussen verteerd door jaloezie en schaamte. Hij/zij gaat de overspelige bestoken met vragen, wil alle details weten, en heeft sterk de neiging diegene te controleren bij alles wat die doet. Degene die is vreemd gegaan probeert zijn/haar gedrag te verklaren, of zelfs goed te praten, bijvoorbeeld door te benadrukken dat het seksleven binnen de relatie al jaren op een laag pitje stond. Al die reacties zijn begrijpelijk, maar vaak verre van helpend, ze versterken vooral het gevoel van vervreemding van elkaar, versterken de pijn en bevorderen geenzins het vertrouwen.

Als ik met stellen of individuen spreek over dit thema wil ik voorbij deze menselijke gevoelens en reacties op zoek naar wat er onder ligt. Je kunt wel zeggen dat je op zoek bent gegaan naar spanning buiten de relatie, omdat je geen bevrediging meer vond bij je partner, maar wie zegt dat het niet (ook) juist andersom is? Durf eerlijk te onderzoeken bij jezelf wat het is dat je dreef tot de affaire, misschien zegt het wel meer over wie jij bent dan over je partner. En, wat heb je eraan om alle details te weten van wat je partner met die ander heeft gedaan; vergroot die kennis niet alleen maar je pijn en schaamte? Wil je echt weten waarin die ander `beter’ is dan jij, of wil je eigenlijk gewoon weten wat je partner nog in jou ziet? En durf je onder ogen te zien dat je partner blijkbaar anders in elkaar zit dan jij altijd had gedacht, en je af te vragen hoe jij je daartoe wilt verhouden?

Eerlijk zijn, echt eerlijk zijn, is pijnlijk, maar het is de enige weg naar een (mogelijk) herstel. Eerlijk zijn heeft weinig te maken met het opbiechten van alle (pikante) details. Ik denk dat het meer te maken heeft met het verkennen van de onderliggende dynamiek en behoeftes. Wat heb je er eigenlijk aan als je partner, die je bedrogen heeft, alles opbiecht en vervolgens beloofd het nooit meer te zullen doen, als je niet begrijpt hoe dit eigenlijk heeft kunnen gebeuren?

Worstelen jullie, worstel jij, met de vraag hoe je in het reine kan komen met overspel, met de vraag of en hoe je verder kunt met elkaar na zoiets?

Ik help jullie graag verder, individueel of samen. Het is geen gemakkelijke weg, maar het is zeker mogelijk.

A lovestory: 2 werelden komen samen

Als ik met een stel start met de EFT-relatietherapie begin ik altijd met het in kaartbrengen van de `hechtingsgeschiedenissen’ aan de hand van een genogram. Binnen EFT gaat het altijd over hechtingsbehoeften (ben je er voor mij als ik het nodig heb, ben ik geliefd, ben ik belangrijk voor je, mag ik er zijn, zie je mij?). En voor mij als therapeut is het dan belangrijk om te weten wat de geschiedenis is, hoe het was in je gezin van herkomst, wat de familiecultuur is. Naar wie ging je bijvoorbeeld toe als kind wanneer je pijn of verdriet had, en hoe werd daar dan op gereageerd? Of was er eigenlijk niemand en loste je het zelf wel op? Vaak merk ik in die 10 a 15 minuten dat ik dat met een stel in kaart breng dat al belangrijke thema’s naar voren komen, en de bijbehorende emoties zijn al even voelbaar in de kamer.

Wanneer twee personen een liefdesrelatie krijgen, komen niet alleen twee individuen samen, maar twee families, twee verhalen, twee geschiedenissen. De ingesleten en vaak destructieve patronen die na verloop van tijd binnen iedere relatie ontstaan zijn geworteld in dit verleden. Maar ook de helende patronen, het vermogen tot kwetsbaarheid, geborgenheid kunnen bieden, zijn al in die geschiedenissen verborgen. De rigiditeit van de patronen, wanneer die al enige tijd hebben kunnen groeien tussen partners kan soms moedeloos maken. Komen we hier ooit nog vanaf? En je realiseren dat die patronen ook nog eens geworteld zijn in beide geschiedenissen maakt het nog confronterender. Hoe doorbreek je bijvoorbeeld je terugtrekkende patroon wanneer je partner in zijn/haar aanklampende gedrag je zo aan een van je eigen ouders doet denken? Hoe bezweer je de angst die het teruggetrokken gedrag van je partner bij je oproept, wanneer die angst al zo lang deel van je leven is, je die al voelde toen je heel klein was en niet zeker kon zijn dat de ander er voor je zou (blijven) zijn, of je al zoveel verlating hebt meegemaakt?
Ik begrijp het wanneer stellen zich wanhopig kunnen voelen, ten prooi aan de hardnekkigheid van deze patronen. Voor mij als therapeut is het belangrijk om daar niet van terug te schrikken, de pijn en vertwijfeling mogen er zijn, en ik zwak ze niet af, probeer het niet zo snel mogelijk op te lossen. Tegelijk is het wel belangrijk dat ik hoop heb voor het stel. Want als zij zelf die hoop nog niet (durven) voelen, laat mij dan op zijn minst wel hoopvol zijn. Meestal is dat voor mij niet moeilijk. Ik ken de patronen door en door, uit mijn eigen leven, en uit mijn werk als relatietherapeut. Ik ken dit landschap, ken alle vlakuilen, ken de weg uit het moeras. En ook al is het in het begin vaak nog niet zo zichtbaar, ik weet uit ervaring, dat de helende patronen al aanwezig zijn. Ze zijn misschien ondergesneeuwd, overwoekerd, tot no-go verklaard, maar ze zijn er. En als ik in staat ben als therapeut om het stel voldoende veiligheid te bieden, hen te helpen om de destructieve patronen tot bedaren te krijgen, en hen te helpen hun kwetsbare hechtingsbehoeften naar elkaar te uiten en te beantwoorden, dan kan de hoop weer groeien. Dat is waar EFT relatietherapie over gaat, en waarom ik het zo mooi vind.

Het kan zo zwaar voelen, die twee soms ingewikkelde geschiedenissen, vol pijn, teleurstelling, eenzaamheid, angst, wanhoop. De pittige opgave waar je als stel voor gesteld bent, om binnen je relatie een oplossing hiervoor te vinden. Tegelijk is het ook iets moois, een kans. Patronen zijn vaak intergenerationeel, en waar het een stel lukt om de destructieve patronen binnen de relatie op te lossen en de bronnen van heling aan te boren, dan vind het herstel niet alleen plaats tussen die twee personen, maar komt er heling binnen de generaties. Wellicht leer je ook om je anders te verhouden tot die erfenis die je meekreeg, en dat kan bevrijdend werken, niet alleen voor jezelf. En de eventuele kinderen van het stel zullen de helende effecten van het werk dat zij verricht hebben (soms ongemerkt) iedere dag ervaren. Een veilige en warme liefdesrelatie, waarbij ruimte is voor kwetsbaarheid en elkaars hechtingsbehoeften vervuld worden is van onschatbare waarde.

Hou je me vast? waarom ik zo enthousiast ben over EFT

Momenteel heb ik het voorrecht om me nog wat dieper in de EFT te dompelen, middels de vervolgopleiding in Leuven (België). Het is altijd goed om je als therapeut voortdurend te blijven ontwikkelen. Ook al werk ik al jaren met EFT, met zo’n opleiding verdiep je weer meer, fris je op, leer je bij. Supervisie/intervisie vormt de ruggegraat en dat maakt dat je vooral van elkaar en van je cliënten leert. Ook wordt ik hierdoor nog enthousiaster dan ik al was over de methode. Waarom is EFT zo geweldig voor relatietherapie?

Voorheen draaide relatietherapie vooral om communicatie, en was de benadering vooral cognitief/analytisch. Stellen werden geholpen om op een betere manier met elkaar te communiceren en het begrip verliep vooral via het denken (de cognitie). Tot Sue Johnson in Canada onderzoek begon te doen naar relaties, en daarbij niet alleen keek naar mogelijke verklaringen voor de problemen die stellen ervaren, maar juist ook op zoek ging naar wat werkt, wat maakt dat stellen een duurzame en liefdevolle relatie blijven houden. Sue ontdekte dat er een aantal verschillende patronen zijn waar stellen die langer bij elkaar zijn vaak in terecht komen. Tevens was een belangrijk uitgangspunt bij EFT dat binnen een liefdesrelatie dezelfde hechtingsbehoeften een rol spelen als die binnen de ouder-kind-relatie in onze vroege jeugd. Dit was toen een nieuw inzicht, en het maakte dat Sue op zoek ging naar manieren om de veiligheid binnen de relatie te vergroten, en vervolgens om stellen te helpen om naar de dieperliggende emotionele lagen te gaan en antwoord te leren geven op elkaars diepe hechtingsbehoeften. Bijvoorbeeld de behoefte om gezien te worden, geaccepteerd te worden, geliefd te zijn, ertoe te doen, te kunnen voelen dat je ok bent voor de ander – met al je gebreken en kwetsbaarheden. De titel van haar eerste boek Houd Me Vast spreekt daarom boekdelen. EFT draait om het herkennen en doorbreken van destructieve patronen en daarmee het creëren van veiligheid binnen de relatie, het ontdekken van de onderliggende emoties en hechtingsbehoeftes, het uitreiken naar elkaar, het herstellen van kwetsuren, en het vernieuwen van de liefde.

Ik heb het al zo vaak gezien: een stel komt binnen met de overtuiging dat het probleem bij zichzelf of bij de andere partner ligt. Bijvoorbeeld de ene partner heeft het gevoel alles alleen te doen, de ander is nooit beschikbaar, kan diens emoties niet uiten, probeert de ander koste wat koste te bereiken, wordt kritisch en aanvallend, of trekt zich uiteindelijk terug. In elk geval: als die ander nu eens… dan zou… En voelt zich steeds eenzamer worden. De andere partner voelt dat die niet anders kan dan zich terugtrekken, zo onder vuur genomen en bekritiseerd. Er is een chaos in diens hoofd, of juist een doodse stilte. Hoe kan ik het nog goed doen? Als die ander me nu wat ruimte zou geven, me niet zo op de huid zou zitten… En hoe meer de een de ander achtervolgt, hoe meer de ander zich terugtrekt, en hoe meer de ander zich terugtrekt, hoe kritischer en aanklampender de een. Dit patroon zorgt ervoor dat beiden zich onveilig blijven voelen en dat de partners elkaars behoeften niet kunnen vervullen. Ze zijn beiden op zoek naar verbinding, erkenning, liefde, waardering. Het stel raakt langzamerhand radeloos. Waar is de liefde, de warmte, de kameraadschap, de geborgenheid gebleven?
In de therapie gaan we dan samen dit patroon in kaart brengen, en gaan we eerst werken aan het veiliger maken van de interacties, dat je elkaar niet meer voortdurend pijn doet. Pas dan kunnen we wat meer afzakken naar de dieper lagen en de emoties bij beide partners verkennen. Je gaat dan steeds beter begrijpen wat er eigenlijk gebeurd in het patroon, en je gaat inzien dat het niet aan de ander ligt, maar dat dit patroon jullie vijand is. Het ontmaskeren van die vijand is al een belangrijke stap. Nu kan ik jullie gaan helpen om de kwetsbare hechtingsbehoeften te ontdekken die jullie allebei hebben, en deze naar elkaar te gaan verwoorden. Binnen EFT werk ik veel met het uitspreken van emoties en behoeften naar elkaar. Want pas dan ga je het echt voelen. Je zult ook merken dat ik als therapeut veel zal herhalen van wat jullie vertellen, omdat ik het zelf ook wil kunnen voelen. Voor stellen is het vaak heel spannend om rechtstreeks die kwetsbare dingen naar elkaar uit te spreken. Daarom help ik daar ook bij, en zorg ervoor dat het voor jullie beiden veilig blijft. Mijn ervaring is dat dit uitreiken naar elkaar heel belangrijk is, hierdoor komt er een nieuwe verbinding tot stand en ga je je weer geborgen voelen bij elkaar (Houd Me Vast). EFT is een ervaringsgerichte therapie, het is niet erg cognitief en ik geef ook geen huiswerk. De verandering begint tijdens de sessies, en na verloop van tijd zul je merken dat je die ervaringen mee naar huis kunt nemen, en het in het dagelijks leven ook steeds beter gaat lukken om elkaar te vinden.
Dan, wanneer het lukt om elkaars hechtingsbehoeftes te zien en te beantwoorden, dan is het vaak nodig om nog herstelgesprekken te voeren over kwetsuren die zijn ontstaan binnen de relatie.
Tot slot ronden we een EFT therapie dan af met het verhaal van jullie veerkrachtige relatie.

Voor mij als therapeut is het altijd heel bijzonder om een tijdje zo dichtbij de liefde tussen twee mensen te kunnen zijn. Soms is dat ook pijnlijk, om te voelen hoe moeilijk het is geworden, hoeveel verdriet en pijn daar zit in de relatie. Maar als het lukt om elkaar weer te vinden en er herstel plaatsvindt (wat vaak zo is) dan is dat ook een prachtige proces om getuige van te zijn. De liefde is iets heel kostbaars en tegelijk is het ook zo kwetsbaar. Wacht niet te lang; wanneer je voelt dat je steeds vastloopt in dezelfde patronen, wanneer de liefde overdekt dreigt te raken met zorgen, kwetsuren, ingewikkeldheden, wanneer je merkt dat je meer en meer op je eigen eilandje begint te leven. Zet dan de stap naar relatietherapie. Het is een cadeau aan jezelf, aan elkaar. Als je relatie het waard is, laat elkaar dan niet zomaar los, vecht voor de liefde, vraag hulp en ga het aan. Je zult er geen spijt van hebben.

Loslaten

Loslaten is een van de moeilijkste dingen in het leven. Nare ervaringen uit het verleden, negatieve gevoelens ten opzichte van iemand die je pijn heeft gedaan, het recht dat niet meer gehaald kan worden, de controle over zaken waar je eigenlijk geen controle over kunt hebben. Maar moeilijker nog wel, denk ik: loslaten van personen die je dierbaar zijn. Afgelopen jaar hebben mijn vrouw en ik haar lieve moeder moeten loslaten; zij laat een gapende leegte achter. Onze kinderen worden ouder, en gaan op eigen benen staan. Onlangs heb ik een langdurige therapie afgesloten, en ik sta op het punt om weer iemand los te laten die me dierbaar is geworden. Het loslaten van negatieve zaken, nare herinneringen e.d. heb ik in de loop der jaren wel geleerd. Maar dit loslaten – het lijkt wel een thema de laatste tijd – valt me zwaar; ik ben er niet zo goed in.

Een aantal dingen heb ik wel geleerd, als het gaat over loslaten:

1. Alles stroomt, niets is voor altijd

Het leven is voortdurend in beweging. Niets is voor altijd, alles verandert voortdurend. Kijk maar naar de seizoenen: na de lente en de zomer komt altijd weer de herfst en de winter. En na regen komt altijd weer zonneschijn, maar na zonneschijn ook altijd weer regen. Verandering, en dus ook loslaten hoort bij het leven. Je kunt je er tegen verzetten, maar dat leidt alleen maar tot frustratie, ongeluk, teleurstelling. Het lijkt soms wel: hoe harder je probeert vast te houden, hoe sneller het door je vingers glipt. Accepteer dat het leven zo is, en je zult meer genieten van de mooie momenten, en de lastige dingen leren dragen.

2. Loslaten is vaak nodig voor verdere groei

Zoals een ouder zijn/haar kind moet loslaten (dat proces begint al meteen na de geboorte), zo geldt dit eigenlijk voor alles. Probeer je krampachtig vast te houden, dan wordt het verstikkend; dat wat je probeert te bewaren verslijt, vergaat, sterft, wordt minder waard, verdwijnt, verstikt, krimpt, kalft af. Dat geldt zeker voor relaties. Kijk naar de persoon die angstig is voor verlating, en zich aan de ander vastklampt. Die ander krijgt het benauwd, en op een dag zal diegene zich ontworstelen aan de wurggreep, en gebeurd juist datgene waar de angstige persoon bang voor was. Of de ander offert zich op, begraaft diens eigen persoonlijkheid, en sterft emotioneel af. In beide gevallen raak je juist datgene kwijt wat je probeerde te bewaren. Loslaten vraagt vertrouwen en houdt altijd een risico in, maar er is geen andere weg. Liefde gedijt niet in een gevangenis. En soms houdt het ook in de ander daadwerkelijk te laten gaan. Bijvoorbeeld wanneer een ouder toestaat dat en kind zich loslaat, of wanneer ik als therapeut een cliënt loslaat, ook al doet dat pijn. De ander moet op eigen benen gaan staan, de ander moet verder groeien, voorbij deze relatie, die anders een beperking wordt en verstikkend gaat werken. Zonder loslaten geen groei.

3. Loslaten en vasthouden horen bij elkaar

Je kunt niets loslaten wat je niet eerst hebt vastgehouden. De hechtingstheorie leert ons dat het cruciaal is om in je eerste levensjaren te ervaren dat je wordt vastgehouden, gekoesterd, gevoed, geborgen bent. Het vormt een basis voor al je toekomstige relaties. Als daar iets misgaat, weten we nu gelukkig, is dat niet persé onherstelbaar, er kan herstel plaatsvinden in andere relaties. Maar dat is niet eenvoudig. Wanneer mensen niet goed kunnen loslaten, is dat vaak een teken dat in die hechting ook iets niet goed is gegaan. Wie nooit houvast heeft gevoelt raakt in paniek van loslaten, voelt zich verloren, radeloos. Andersom geldt het ook dat geen enkel hechtingsproces compleet is zonder de losmaking; die hoort erbij. Mensen zijn relationele wezens. Wij kunnen niet goed functioneren zonder relaties. Tegelijk hebben we ook genoeg eigenheid nodig. We vallen niet samen met onze relaties. Wie niet heeft geleerd om vast te houden (of vastgehouden te worden), kan ook niet loslaten. Maar net zo goed: wie niet (op een gezonde manier) heeft leren loslaten kan/durft vaak niet (opnieuw) te hechten.

4. Loslaten is niet hetzelfde als vergeten

Loslaten is een andere manier van vasthouden. Wanneer ik mijn kind loslaat, dan verandert onze relatie, hij wordt gelijkwaardiger, het kind heeft mij niet meer zo nodig, maar er komt iets anders voor in de plaats, en wellicht dat ooit de verhoudingen zelfs nog eens omdraaien: ik wordt afhankelijk van mijn kind, zal me op hem/haar moeten verlaten in plaats van andersom. En dat is goed, want zo hoort het. Wanneer ik mijn cliënt loslaat betekent dat niet dat we niets meer voor elkaar betekenen. Ik koester de herinnering aan een mooi mens, waar ik heel dichtbij mocht komen, we hebben een tijdje samen opgelopen. De cliënt neemt een stukje mee van mij en van wat de therapeutische relatie heeft opgeleverd. Dat gaat niet weg. Het transformeert, maar het verdwijnt niet, het blijft betekenis houden. Als ik een dierbare verlies aan de dood, dan heb ik verdriet, ik mis die persoon. Dat doet pijn. Tegelijk: de herinnering blijft, ik hou die levend door nog regelmatig aan hem/haar te denken, ik eer de persoon en wat die nog steeds voor mij betekend. Binnen de narratieve therapie wordt veel gebruik gemaakt van re-membering: het actief tot leven wekken van de herinnering aan een persoon (remembering), maar daarmee diegene ook weer deel te laten uitmaken van het hier en nu (re-membering). Ook al is iemand niet meer fysiek aanwezig in je leven, de betekenis van de persoon kun je levend houden. Je kunt je bijvoorbeeld nog steeds voorstellen dat je moeder trots op je zou zijn, je kunt je nog steeds afvragen wat een dierbare van een bepaalde situatie zou vinden, wat voor advies diegene zou geven. Loslaten is een andere manier van vasthouden.

Ouderschap – de strijd om het gelijk

Stellen gaan niet altijd in relatietherapie omdat er op het gebied van de liefde iets mis is. Soms gaat het juist mis op het vlak van ouderschap. Je zou kunnen zeggen dat ouders altijd twee rollen hebben: die van partner naar elkaar, maar ook die van ouder richting de kinderen. De liefde is de brandstof voor de relatie, maar in het ouderschap draait het om teamwork. En het is geen garantie dat, wanneer de liefde nog altijd sprankelt, dat je automatisch ook een goed team bent als opvoeders.

Een belangrijk struikelblok voor ouders is vaak de strijd om het gelijk. Vaak is er een onevenwichtigheid in geslopen. Een van de partners heeft bijvoorbeeld sterke ideeën over hoe het zou moeten, wat goed is voor kinderen, en stelt zich superieur op. Meestal is dit ook degene die wat strenger is. De ander heeft misschien wat andere ideeën, is wat soepeler, maar kan soms ook gewoon niet zo sterk verwoorden wat hij/zij vind, of is geneigd om de visie van de ander hoger aan te slaan dan die van zichzelf. De dynamiek waar ouders dan in terecht kunnen komen is de volgende: één ouder bepaald feitelijk wat er moet gebeuren, de ander voelt zich niet bij machte om er iets tegen in te brengen en beweegt mee, maar niet van harte. Het lukt niet om allebei dezelfde lijn vast te houden, en de eerste ouder wordt dan kritisch en veroordelend, zowel naar de andere partner als naar de kinderen. De eerste ouder voelt zich niet gesteund, de tweede ouder voelt zich niet serieus genomen. Dit kan behoorlijk scheef groeien als ouder twee niet de confrontatie hierover aangaat of durft te gaan. Deze gaat zich dan schikken, of komt in passief verzet terecht, en gaat compenseren, wat de escalatie vergroot. Kinderen maken dankbaar gebruik van de ruimte om uit te spelen, en zo wordt de boel nog meer op scherp gezet. De ene ouder wordt nog kritischer, strikter en strenger, de andere ouder van de weeromstuit nog soepeler, toegeeflijker, zachter.

In plaats van elkaar verwijten te maken (jij doet het niet goed, jij neemt mij niet serieus) zou het goed zijn om terug te gaan naar de `tekentafel’. Tegen de eerste ouder zou ik zeggen: wat geeft jou het recht om te denken dat je het beter weet dan de ander? Tegen de tweede ouder zou ik zeggen: wie zegt er dat jouw visie en aanpak minder goed zijn, misschien werkt het juist soms wel beter?

Als je dit wil oplossen is er een belangrijke vraag die ieder van de ouders zichzelf eerst zou moeten stellen: klopt mijn waarheid wel altijd? Wanneer je overtuigd blijft van je eigen gelijk (of juist overtuigd dat jij nooit gelijk kunt hebben), dan komt er nooit een goed gesprek op gang en zul je ook nooit een effectief team kunnen vormen. Voor teamwork is consensus nodig, wederzijdse waardering en samenwerking op een manier waarbij ieders krachten zo goed mogelijk worden benut. Mbt het ouderschap betekent dat bijvoorbeeld dat de één heel goed is in het stellen van grenzen en de ander juist in het maken van verbinding. Ga je dan van de ander verwachten dat die het precies zo gaat doen als jij, precies zo wordt als jij, dan ga je elkaar tegenwerken en ondermijnen. Wanneer je je bewust wordt van elkaars individuele krachten en in staat bent die gezamenlijk constructief in te zetten, dan komt er een samenwerking op gang die zo krachtig is, dat er rust en duidelijkheid komt en je kinderen er wel bij zullen varen. Soms vraagt dat een stevige investering, veel gesprek en oefening. Maar het begint erbij dat je stopt met elkaar veroordelen en oog gaat krijgen voor elkaars krachten. Neem van mij aan, er is niet één goede opvoedmethode, dus ook die van jou of die van je partner is dat niet. Laat je vooringenomen waarheid los en ga met elkaar in gesprek om te ontdekken hoe je elkaar vanuit ieders eigen kracht kunt aanvullen.

Ik help jullie daar graag bij, als het nodig is.

Huidhonger – over het levensbelang van fysiek contact

Nu we een paar maanden verder zijn begin ik steeds meer serieuze vragen te krijgen over de noodzaak en het effect van de drastische maatregelen die zijn ingezet, met name als het gaat over social distancing en fysiek contact. Ik begin er steeds meer moeite mee te krijgen dat een clubje van met name virologen, op basis van zeer gebrekkige informatie en zonder gedegen wetenschappelijk onderzoek, zoveel invloed op het overheidsbeleid kan hebben, zonder enig democratisch proces en zonder dat er serieus rekening gehouden wordt met andere deskundigen, zoals bijvoorbeeld psychologen en ethici. Laat me over 1 ding duidelijk zijn: ik wil niet beweren dat corona (covid-19) een onschuldig griepje is en ook wil ik niet beweren dat het beter was geweest als we niets hadden gedaan. Een `intelligent lockdown’, zoals onze premier het zo mooi noemde, was nodig; wel kun je/moet je je afvragen of het wel in alle opzichten zo `intelligent’ was, zeker gezien de gebrekkige kennis die er was over de wijze van verspreiding van het virus, en daarmee dus ook een gebrekkige onderbouwing voor een aantal maatregelen. De grote economische en maatschappelijke gevolgen die de maatregelen hebben gehad en die nog lang zullen doorwerken, rechtvaardigen een kritische evaluatie achteraf. Om er lering uit te trekken, en misschien om het een volgende keer (die zeker zal komen) anders te doen, wellicht.

Bij een van de maatregelen wil ik hier specifiek vragen stellen: de social distancing maatregelen, en met name het gebrek aan fysiek contact. Er is al meer over geschreven, en volgens mij is het aan de Vlaamse psychiater Dirk de Wachter te danken dat velen van ons nu de term `huidhonger’ kennen. Huidhonger staat voor die diepe menselijke behoefte aan fysiek contact. Nu we daar noodgedwongen van verstoken zijn, of in ieder geval op zwaar rantsoen zijn, zijn we ons des te meer bewust van deze behoefte.

Persoonlijk heb ik het geluk dat ik getrouwd ben en 4 kinderen heb, wat maakt dat ik mijn huidhonger over het algemeen wel kan stillen. Maar er zijn heel wat mensen die alleen een huishouden vormen, of in een onveilige gezinssituatie moeten leven; deze mensen raakten de afgelopen maanden meer geïsoleerd. En we hebben allemaal gemerkt wat de maatregelen hebben betekend voor ouderen in verzorgingshuizen, en andere hulpbehoevenden in instellingen, die langdurig verstoken waren van contact. Gelukkig komt er voorzichtig aan weer wat ruimte en worden de al te strikte maatregelen hier en daar weer versoepelt. Maar hoeveel schade is er intussen wel niet ontstaan? Hoeveel doden heeft dat niet opgeleverd, of in ieder geval: hoeveel verkorting van levensjaren, hoeveel derving van levensgeluk?

Fysiek contact is van levensbelang voor mensen. Om meerdere redenen.

1. We communiceren beter door fysiek contact en nabijheid. Ik heb het de afgelopen tijd duidelijk gemerkt met al het videobellen. Hoewel het soms een prima alternatief is (in elk geval voor een tijdje) mis je toch heel veel non-verbale communicatie en dat werkt beide kanten op. Non-verbale en fysieke signalen maken een groot deel uit van onze communicatie, en het is van belang omdat het wat we zeggen onderschrijft dan wel tegenspreekt. Wanneer je deze signalen (grotendeels) mist kan een boodschap dus wezenlijk anders overkomen.

2. We worden er gelukkiger van. Het zogenaamde `knuffelhormoon’ (oxytocine) komt vrij als we elkaar aanraken, knuffelen. Het maakt dat we ons meer geliefd en beschermd voelen, het brengt rust, het kalmeert. Omgekeerd leidt een gebrek aan fysiek contact vaak juist tot somberheid, isolatie en toename van psychische problemen.

3. Het vergroot de kwaliteit van onze relaties. Door aanraking wordt empathie en medeleven uitgedrukt, het versterkt de band. Het is niet voor niets dat we bij belangrijke levensgebeurtenissen meer behoefte hebben elkaar beet te pakken, aan te raken, vast te houden. We bieden elkaar letterlijk houvast.

4. Het werkt genezend. Onderzoekt wijst uit dat de mate van fysiek contact, aanraking, nabijheid, rechtstreeks invloed heeft op onze weerstand en het herstellend vermogen van ons lichaam. Datzelfde geldt ook voor het herstel van psychische wonden. Daarom is het juist zo schrijnend dat juist bij zwakken/zieken/hulpbehoevenden het fysiek contact zo radicaal werd stopgezet. Veel mensen hebben hier erg onder geleden, en is het is bekend dat bij ouderen de levensverwachting korter wordt naarmate er meer eenzaamheid is en minder fysiek contact.

We zijn met zijn allen in een soort collectieve kramp geschoten uit angst voor het (relatief) onbekende virus. Maar wat is de prijs die we daarvoor hebben betaald? Welke prijs vinden we eigenlijk verantwoord? In crisistijd moeten er maatregelen genomen worden, en is er vaak weinig ruimte voor een genuanceerd gesprek, dat begrijp ik ook wel. Nu het gevaar – in elk geval voorlopig – is geweken, wordt het tijd om dit gesprek wel te gaan voeren. De kans dat we in het najaar weer opnieuw voor deze vragen komen te staan is niet denkbeeldig. Laten we dit keer beter voorbereid zijn.

Beeldbellen en de kracht van huis tuin en keuken symbolen

Ik moet zeggen dat ik dat beeldbellen over het algemeen maar een surrogaat oplossing vind, door noodzaak ingegeven, maar het komt niet in de buurt van een face-to-face gesprek. Het belangrijkste wat ik mis is het echte contact, de `energie’ in de kamer, die `energie’ laat zich maar moeilijk vertalen in nullen en enen…
Niettemin heb ik de afgelopen tijd juist ook mooie ervaringen gehad dankzij het beeldbellen. Ikwil er een met u delen, hopelijk ter inspiratie.

Ik had een video-sessie met twee ouders en hun bijna volwassen dochter. Ik ken hen als stuk voor stuk creatieve personen, en dacht: ik kan wel eens iets proberen, en dus stelde ik voor de eerste minuten van de sessie als volgt in te vullen: ieder zou in huis en/of in de tuin op zoek gaan naar twee symbolen voor de relatie met de ander: een die staat voor wat je waardeert in de relatie, en een die staat voor wat je zorgen baart in de relatie. Dit leverde een zeer interessant, ontspannen, en toch inspirerend en verbindend gesprek op met onverwacht veel diepgang. En ik kon me niet onttrekken aan het idee dat het juist met het gebruik van deze huis tuin en keuken symbolen te maken had, beeldmateriaal dat uit het alledaagse leven van dit gezin door hen zelf gekozen was. Op kantoor gebruik ik wel eens mijn set ansichtkaarten voor dit doel, maar dat komt nooit zo dichtbij de leefwereld van de clienten.

Met name werd ik geraakt door het verhaal dat moeder vertelde over het huisdier van haar dochter, een vogeltje, waar zorgzaamheid van haar dochter in naar voren komt, maar ook de rommel en troep die het beestje veroorzaakt, de impact die dit wezentje heeft op het hele huis en de gedachte dat het op een dag wellicht door het raam naar buiten zal vliegen (wat met eerdere vogeltjes al een paar keer gebeurd is), en hoe pijnlijk dat voor dochter was geweest. De rotzooi die het beestje maakt en het feit dat het de hele dag door de keuken vliegt zijn voor moeder (zelf nogal op netheid en orde gericht) een doorn in het oog, maar in haar eigen woorden: het beestje dwingt me ook om wat minder rigide te zijn, het introduceert een luchtigheid en ruimte in mijn leven die ik zelf onbeer.
De spanning die tussen moeder en dochter vrijwel dagelijks speelt had niet mooier en niet hoopgevender verwoord kunnen worden, dan door dit voor het oprapen liggende verhaal in hun directe leefomgeving. En dit is maar een voorbeeld, er waren nog meer verhalen, die zoveel ruimte gaven voor nuance en verschillende perspectieven, en terwijl ze deze verhalen met elkaar deelden voelde ik ondanks de nullen en enen de verbinding groeien.

Normaal gesproken vinden de meeste van mijn therapieën plaats in de aangename maar toch ook wat onpersoonlijke ruimte van de behandelkamer. Het is een veilige plek waar ik me thuis voel, en dat draagt bij om ook de clienten zich veilig en thuis te helpen voelen. De nabijheid helpt mij om de `energie’ te voelen, ik kan de kleinste non-verbale signalen makkelijk waarnemen. Dit alles is via een digitale verbinding vele malen moeilijker te realiseren, hetgeen ook maakt dat ik digitaal behandelen als veel vermoeiender ervaar. De andere kant is dat die digitale verbinding me plots in de directe leefwereld van de cliënten brengt, en ineens liggen er nieuwe mogelijkheden voor het oprapen. Een cliënt kan me via de camera van haar tablet haar kamer laten zien, ik zie een stel ineens in de persoonlijke sfeer van hun woonkamer, en dit gezin levert me gouden therapiemateriaal uit hun dagelijks leven op een presenteerblaadje.

Ik heb een haat/liefde relatie met dat digitaal behandelen. Maar ik ben gewend om onder moeilijke omstandigheden te werken en altijd op zoek te gaan naar mogelijkheden tot verbinding. Ondank alle frustratie die er ook bij komt kijken voel ik me dankbaar en geïnspireerd. Ik kan er weer even tegenaan…

Het Nieuwe Normaal – gedachten over het post-corona tijdperk

De overheid spreekt bij monde van premier Mark Rutte over onze `anderhalve meter samenleving’ als Het Nieuwe Normaal. Dat klinkt leuk natuurlijk, en politici zijn altijd al handig met taal, maar wat is dat eigenlijk voor een vreemde uitdrukking, of snijdt het misschien toch hout? Wat is Het Nieuwe Normaal eigenlijk?

Ten eerste: als je spreekt van Het Nieuwe Normaal, dan suggereer je dat er eerst zoiets is geweest als Het Oude Normaal. Maar hoe normaal was dat eigenlijk, de periode voor corona? De ironie is dat de pandemie juist een gevolg is van dat Oude Normaal, wat misschien dus helemaal niet zo normaal was. Deze oude werkelijkheid met zijn jachtige tempo, groeigedreven economie, hypermobiliteit, overconsumptie, vervuiling; het blijkt nu we noodgedwongen in de Grote Pauze terecht zijn gekomen helemaal niet zo normaal te zijn geweest. Natuurlijk wisten we dat diep van binnen allang, maar we hadden geen tijd om er bij stil te staan, want er moesten carrières worden gemaakt, hypotheken betaald, spullen gekocht, uitjes gedaan, en dan nog even snel tussendoor naar joga, om onze productiviteit ook op de langere termijn op peil te kunnen houden. Ik hoop dat we, nu velen van ons zijn stilgezet, eens goed nadenken over hoe normaal dit eigenlijk was…

Dan het Nieuwe Normaal waar Rutte en co op doelen. Dit is ook misleidend, want hoe normaal is het om geen fysiek contact te hebben, hoe normaal is het dat we nergens meer heen mogen, dat scholen dicht zijn etc? Rutte’s Nieuwe Normaal is ook niet normaal, hooguit een status quo, waar positieve en negatieve kanten aan zitten. Ondertussen doen onze regeringsleiders zich voor als redders in nood, als de perfecte crisismanagers, die in no-time honderden IC-bedden de grond uit weten te stampen en een heleboel blikken extra zorgpersoneel open weten te trekken, maar vergeten we dat het diezelfde leiders zijn geweest die de zorg eerst kapot hebben bezuinigd. Die IC-bedden waren er een aantal jaar geleden nog gewoon. Nu klappen en juichen ze huichelachtig mee met de rest van Nederland, maar tot voor kort was het nog `normaal’ om de zorg uit te kleden, waar was die waardering toen? Hier in Europa verbazen we ons misschien wel iets teveel over de draaikonterij en pertinente leugens van Trump, onze eigen politici gedragen zich wezenlijk niet echt anders, al weten ze het netter te verpakken, dat wel.

Nee, het Nieuwe Normaal van Rutte is niet normaal, en ik vrees dat het vooral een opmaat is naar een zo snel als mogelijke terugkeer naar hoe het was.

En daar zit hem precies de angel. Want wie zegt er dat we ergens naar terug moeten keren? Is dat uberhaupt wel zo wenselijk? Zou het kunnen dat Het Nieuwe Normaal nog helemaal niet is aangebroken, zouden we die term niet van toepassing moeten laten zijn op het aankomende post-corona-tijdperk? Als dat zo is, dan leven we nog helemaal niet in Het Nieuwe Normaal, maar leven we nu in de Grote Pauze, de bij uitstek meest geschikte periode om eens goed stil te staan en ons te bezinnen op onze manier van leven.

Want als dit straks allemaal voorbij is, hoe willen we dan verder? Welke positieve inzichten heeft corona ons gebracht en wat daarvan zouden we willen behouden? Welke dingen van het tijdperk voor corona willen we liever helemaal niet meer terug? Als we hier niet over nadenken, dan vrees ik dat we straks bedolven zullen worden onder politieke praat en commerciele druk, allemaal erop gericht om zo snel mogelijk weer terug te keren naar het Oude Normaal, en dan gaan we het ook binnen no time weer normaal vinden…

Corona houdt de wereld een spiegel voor. Kijk eens hoe snel dit virus zich kon verspreiden via onze vliegtuigen en ski-oorden. Kijk eens hoe snel de luchtvervuiling door onze overconsumptie en hypermobiliteit kon oplossen, zelfs de toppen van de Himalaya zijn sinds decennia weer gewoon zichtbaar. Kijk naar de beelden van wilde dieren op Italiaanse pleinen. Met het gedwongen thuiszitten lijkt er een herwaardering te zijn voor het gezinsleven en andere belangrijke relaties. We zien een toename aan lokale initiatieven, gericht op steun, hulp voor zwakkeren, omzien naar eenzamen. Oké, het is allemaal wat kunstmatig, via Zoom enzo, maar juist door het tijdelijk ontbreken van fysiek contact lijken we ons bewuster te worden van de waarde ervan. Er staat een zomer voor de deur waarin de meesten van ons waarschijnlijk niet op vakantie kunnen, of in ieder geval niet ver weg. En dus werken we massaal aan het verbeteren en veraangenamen van onze eigen stek; bij ons heeft de tuin heeft er nog nooit zo mooi bijgestaan…

Corona is een drama, zeker. Maar in een zekere zin is het ook een zegen, of althans, dat kan het zijn. Willen we niet allemaal eigenlijk heel graag een simpeler/eenvoudiger leven, een trager tempo, minder druk, meer aandacht voor relaties, een kleinere footprint?

De Grote Pauze geeft ons allemaal een ongemakkelijk gevoel, er zitten hele nare kantjes aan. Tegelijk is het de uitgelezen kans om ons te bezinnen. Zodat we ons straks niet opnieuw massaal laten opjagen, alsof dat de normaalste zaak van de wereld is. Ik hoop dat de wereld straks, na corona, het echte Nieuwe Normaal kan worden, dat we deze kans aangrijpen om fundamenteel andere keuzes te maken. Doen we dit niet, dan worden we opnieuw speelbal van politieke en commerciële krachten, en zitten we in no-time weer in hetzelfde keurslijf. Zullen we ons Nieuwe Normaal niet laten invullen door politici, beleidsmakers, bedrijven, want dan wordt het niet normaal, en ook niet nieuw. Het Nieuwe Normaal, dat is wat we er zelf van maken, wat kan zijn. Het is onmogelijk om je ogen te openen als je ze niet eerst hebt gesloten. De Grote Pauze zorgt ervoor dat we onze ogen moeten sluiten, om te bezinnen, na te denken, te dromen, plannen te maken. Als we dat durven, dan kunnen we onze ogen straks ook openen voor een nieuwe werkelijkheid, een nieuwe wereld, Het Nieuwe Normaal…

De kunst van het alleen zijn

Een tijdje geleden schreef ik al over eenzaamheid, dit was nog ruim voor de corona crisis. Ineens is het thema hyperactueel. Afgelopen week een uitgebreid artikel in de Volkskrant over hoe men echt alleen kan leren zijn.
Het blijkt dat mensen heel verschillend reageren op een crisis. Ik zie mensen die wat angstig zijn aangelegd in paniek raken, ik zie mensen die gesteld zijn op regelmaat en vastigheid het spoor bijster raken, en ik zie mensen die gek worden van eenzaamheid. Maar er zijn ook mensen die juist floreren, mensen die minder spanning ervaren vanwege de sociale druk die plots afwezig is, mensen die juist heel goed alleen kunnen zijn. Zelf hoor ik ook een beetje bij die laatste groep. Ik kan heel goed functioneren in een sociale omgeving, daar niet van, maar uiteindelijk ben ik het meest gelukkig met mezelf (klinkt een beetje raar misschien). Ik kan heel goed alleen zijn, sterker: ik krijg er nieuwe energie van, veel meer dan van sociale activiteiten.

Alleen zijn is een kunst. En het lijkt iets dat we in onze samenleving niet meer zo goed kunnen, of althans opnieuw moeten leren. Steeds meer mensen zoeken de eenzaamheid juist weer op, in ieder geval voor een periode, zo nu en dan. Het is heel gezond om zo nu en dan eens een tijd met jezelf alleen te zijn. Mensen zijn sociale dieren, en uiteindelijk kunnen we niet echt zonder contact met elkaar, zonder verbinding. Maar er zit iets heel goeds in om die verbindingen zo nu en dan eens op pauze te zetten, al dat niet gedwongen door de omstandigheden.
Op dit moment worden vele mensen teruggeworpen op zichzelf en/of hun directe omgeving (gezin). Zo ook bij ons. Ineens komt ons drukke soms jachtige sociale leven abrupt tot stilstand, en brengen we veel meer tijd met elkaar door, of alleen. We moeten er samen iets van maken, we verzinnen creatieve dingen om te doen, om het leven leuk te houden, we trekken erop uit. En regelmatig zijn we ook even alleen, trekken we ons terug in onszelf. In ons gezin lukt dat best goed, vind ikzelf. Mijn vrouw heeft er meer moeite mee dan ik. Zij leeft op van sociale contacten, afspreken met vriendinnen, familie opzoeken etc. Ik vind dat meestal ook wel leuk (zolang ik ook maar tijd voor mezelf overhou), maar nu dat er allemaal veel minder is bevalt het mij wel prima.

Ik denk terug aan het moment dat ik jaren terug voor het eerst een aantal dagen naar een klooster ging, om rust en bezinning te zoeken. Ik herinner me dat het de eerste 2 dagen behoorlijk lastig was, ik liep een beetje tegen de muren op, maar ja ik was zoiets ook niet gewend. Tegenwoordig kan ik prima dagenlang alleen zijn, ik trek er bv op uit in de natuur, met mijn backpack en 1-persoons tentje en zie dagenlang nauwelijks andere mensen. Heerlijk!
Ik kom ervan tot rust, kan even alles loslaten, en vind mezelf weer. Als ik daarna terugkom ben ik weer opgeladen en kan ik het leven en mijn relaties weer aan. Juist doordat ik even afstand heb genomen ga ik het allemaal ook weer meer waarderen.

Op dit moment is het de situatie die ons dwingt tot alleen zijn. Maar dat is ook een kans, een kans om met jezelf en met de mensen het dichtst bij je in het reine te komen: neem afstand, bezin, stel opnieuw je prioriteiten, maak keuzes, zet stappen, los dingen op met elkaar, spreek uit wat je al zo lang dwars zit, spreek uit wat je al zo lang zo graag eens tegen de ander wilde zeggen, verzoen je met jezelf en met elkaar, ruim op, hou schoonmaak, ontdoe je van ballast, wordt lichter, laat los, bezie elkaar opnieuw, als met frisse ogen, verbind je opnieuw met wie en wat echt belangrijk voor je is. Crisis is kans.